De onderwerpen voor de schilderijen ontstaan naar aanleiding van indrukken uit de dagelijkse omgeving. Deze omgeving bestaat bij voorkeur uit natuurlandschappen en soms de onvermijdelijke stedelijke gebieden met gebouwen. De landschappen in de schilderijen zijn niet aan een plaats gebonden en zijn niet direct naar de waarneming geschilderd. Ze bestaan alleen in de verbeeldingswereld van het schilderij. Het zijn figuratieve schilderijen van fictieve landschappen gevormd door bodem, water, lucht en planten. 
In deze landschappen bevinden zich driedimensionale objecten die soms doen denken aan abstract expressionistische schilderkunst of aan land art. Soms zijn objecten opgebouwd uit getallen, cijfercombinaties of reeksen toevallig gekozen getallen omgezet naar kleur en vorm. Als experiment binnen het figuratieve schilderij nemen zij de vorm aan van onbestemde bouwwerken, decors en assemblages die als een soort driedimensionale kunstwerken in het landschap staan. De voorstelling binnen het tweedimensionale figuratieve schilderij maakt het mogelijk deze objecten, vormen en figuren te verbeelden en met de uitwerking hiervan te experimenteren. Meestal zijn daarnaast mensen of dieren als figurant of als onderwerp in het landschap te zien.